Partijen verschillen sterk in hun plannen voor de vrije huursector. Links willen vaak extra begrenzingen, rechts juist vrijer spel. Zo wil GroenLinks-PvdA de huurstijgingen wettelijk begrenzen en de puntenscore minder laten meegaan in de huur (minder WOZ-effecten) (bron: actlegal.com). De SP wil een maximale huurprijs voor álle woningen invoeren, zodat huurders niet langer van marktfluctuaties afhankelijk zijn (bron: actlegal.com). Ook de ChristenUnie wil huren ‘gematigd’ houden – ze koppelen huurverhogingen niet aan loonstijging maar aan een bredere prijsindex (bron: actlegal.com). CDA en D66 blijven huurbescherming steunen voor sociale sectoren: het CDA wil ‘huurregulering’ in stand houden voor starters en middeninkomens (bron: actlegal.com). D66 legt voor de vrije sector wél extra knelpunten vast: naast het bouwen van veel huizen stellen zij een grens aan jaarlijkse huurstijging (1% boven inflatie) en strenge handhaving van de huurvergunning bij misstanden (bron: actlegal.com, actlegal.com).
Aan de rechterkant staan partijen die de vrije sector juist willen ontregelen. De VVD schrappen de Wet betaalbare huur en wil verhuurders weer tijdelijke contracten laten aanbieden (bron: nos.nl, actlegal.com). JA21 is kritisch op elke huurprijsbeperking: zij willen de vrije sector “weer helemaal laten functioneren” en huurbeperkingen afbouwen (bron: actlegal.com). Ook Volt pleit voor geen extra huurplafonds, maar wil juist huurders meer informatie en handhaving geven (“meer controles op eerlijke huurprijzen”) (bron: bnnvara.nl).
Uit CPB-doorrekeningen blijkt dat deze verschillen groot effect hebben op de huurtrend: bij JA21 (tijdelijk contract, marktwerking) stijgen huren het sterkst, bij GL-PvdA (uitgebreide huurregulering) juist het minst (bron: woonbond.nl, woonbond.nl). Huurdersstrijdpunt blijft dus: moeten huren extra aan banden of vrijgelaten worden?
Aan de rechterkant staan partijen die de vrije sector juist willen ontregelen. De VVD schrappen de Wet betaalbare huur en wil verhuurders weer tijdelijke contracten laten aanbieden (bron: nos.nl, actlegal.com). JA21 is kritisch op elke huurprijsbeperking: zij willen de vrije sector “weer helemaal laten functioneren” en huurbeperkingen afbouwen (bron: actlegal.com). Ook Volt pleit voor geen extra huurplafonds, maar wil juist huurders meer informatie en handhaving geven (“meer controles op eerlijke huurprijzen”) (bron: bnnvara.nl).
Uit CPB-doorrekeningen blijkt dat deze verschillen groot effect hebben op de huurtrend: bij JA21 (tijdelijk contract, marktwerking) stijgen huren het sterkst, bij GL-PvdA (uitgebreide huurregulering) juist het minst (bron: woonbond.nl, woonbond.nl). Huurdersstrijdpunt blijft dus: moeten huren extra aan banden of vrijgelaten worden?